De financiële crisis van 2008, die door ebde tot in 2010, ligt bij de meeste Nederlanders nog vers in het geheugen. Juist daarna werden de gevolgen langzaam merkbaar voor ons. Tijdens de crisis zelf, waarbij de ene na de andere bank over de kop ging en waarbij de Nederlandse overheid zelfs miljarden uit de collectieve spaarpot moest halen om banken als ABN Amro en ING niet failliet te laten gaan, voelden wij er niets van. We zagen op het nieuws dagelijks de tsunami aankomen maar het zou nog even duren voordat we de gevolgen van de crisis ook daadwerkelijk gingen voelen.
Rente stapsgewijs geforceerd verlaagd
Door de verslechterde economie werd het vertrouwen op een herstel minder en vertraagde de geldstromen. Een geldstroom die afneemt heeft op zichzelf weer een negatieve werking en om dat sentiment tegen te gaan werden op internationaal niveau de rentes verlaagt. Zo moest het voor particulieren en bedrijven interessanter worden om geld te lenen. Dat gebeurde echter maar mondjesmaat. De rente werd in de jaren daaropvolgend om de paar maanden verder verlaagd. Daarbij kwam dat het in onder meer Griekenland helemaal niet goed ging waardoor de rente nogmaals werd verlaagd. Zover dat de rente tot bijna op nul kwam te staan.
Hypotheken voordeliger door lage rente
Een lage rente is zeer interessant als je geld wilt lenen. Je hoeft immers veel minder rente te betalen en dat geeft weer meer financiële ruimte om andere dingen te doen en het risico dat je de rente niet kan betalen wordt daarmee een stuk kleiner. Enerzijds was de waarde van de woningen gedaald en anderzijds werden de hypotheken voordeliger. Deze combinatie was en is nog steeds voor veel mensen voldoende reden om een andere woning te kopen. Het voordeel van een lage rente is dan ook dat je tegen lage kosten geld kan lenen waarmee je producten kan kopen, zoals een huis, maar ook een auto. Al is de rente voor het kopen van een auto niet aftrekbaar.
Sparen kost geld door lage rente
Voor mensen met een spaarrekening is de lage rentestand echter een drama. Sommige spaarrekeningen geven zelfs helemaal geen rente meer en er is al gemeld dat er spaarrekeningen zijn die ‘onder water’ staan. Die spaarrekeningen kosten dus geld, je moet geld aan de bank betalen om daar je geld te stallen. Daarbij komt dat je als je meer dan 24.437 euro aan spaargeld hebt je daar 1,2% vermogensrendementsheffing over moet betalen. In het kort komt dit er op neer dat je minimaal 1,2% rente moet krijgen om geen verlies op je spaargeld te lopen. Dit is voor een hoop mensen voldoende reden om een deel van het spaargeld op een andere manier te beleggen, bijvoorbeeld in aandelen of obligaties.
Voorlopig geen verandering in rente situatie
Een lage rente is dus zowel voordelig als nadelig voor consumenten, afhankelijk aan welke kant je staat. Ga je geld lenen dan ben je voordelig uit. Maar als je vermogend bent dan kan de lage rentestand je geld kosten. Het ziet er niet naar uit dat de rente op korte termijn omhoog zal gaan. Dat heeft alles te maken met onder meer de ontwikkelingen op de oliemarkt en alle economieën die daar aan verbonden zijn. Zolang dagelijkse producten niet in prijs zullen stijgen zal de rente laag blijven. Pas als olie weer in prijs zal gaan stijgen kunnen we ook een stijging van de rente verwachten. Dat de olieprijs laag zal blijven lijkt op dit moment meer in de verwachtingen te liggen en dus lijkt het er op dat we voorlopig nog met een lage rente blijven zitten.